Na een begeleidingsperiode van acht tot tien weken wordt de begeleidingsperiode en de vooruitgang van het kind geƫvalueerd met alle direct betrokkenen om indien nodig de vooraf gestelde doelen en de daarbij passende begeleiding beschreven in het handelingsplan aan te passen. Om de vooruitgang van het kind te bepalen zullen evaluatie toetsen worden afgenomen. De bevindingen zullen worden beschreven in een verslag.